Preek van 24 januari 2016

Bloemendaal - Ad van Nieuwpoort   Lukas 4 : 14 - 30 Komend uit de woestijn, staat Jezus ineens in de synagoge van Nazaret. Daar is hij opgegroeid, zo zegt de verteller die normaal buitengewoon karig is met biografische informatie. Hier zal het om gaan, dat merk je. Hoe gaat dat? Terug naar Oegstgeest? Terug naar waar je vandaan komt? Waar je je eerste indrukken opdeed. Jezus in Nazaret. Zal het gaan zoals een Olympisch kampioen wordt onthaald in het dorp waar hij of zij opgroeide. Je voelt de spanning. Hij is er één van ons! Ik heb  nog met hem in de klas gezeten. Voor vanmiddag meldden zich ook al een paar mensen die graag even apart met Huub Oosterhuis willen praten. Ik heb nog met hem in de klas gezeten. Zo gaat dat ook in onze tekst. Jezus als een van ons. Onze God. Is misschien wel de beste? Heel vertrouwd. Onze identiteit. Onze normen en waarden. Zoals wij dat gewend zijn. En we doen het hier toch niet gek? Moet je eens kijken wat ze er in de rest van de wereld van maken. Bittere armoede. Kijk eens hoe ze met vrouwen omgaan! Met homo's? Dan hebben wij dat toch niet zo gek gedaan. Waarom zou je eigenlijk niet mogen zeggen dat onze cultuur superieur is. Omdat dat niet politiek correct is? Kom nou toch! Hebben we die tijd niet gehad? Als iedereen nou zou leven zoals wij dat doen, dan zou dat toch prachtig zijn? Jezus staat op. Zo staat er. Hij staat op zoals hij uiteindelijk ook uit de doden opstaat. Hij staat op en ontvangt die boekrol waarop geschreven staat die woorden die vol zijn van hoop op een andere wereld. Vol van compassie met armen. Zij die met lege handen staan. Zij die gevangen zijn. Op slot zitten. Het helemaal niet weten, laat staan geloven. Een boekrol waarin het gaat over blinden. Over hen die het niet zien. Zij die geen perspectief hebben. Die alleen maar donker zien. Het tegendeel van licht. Daarover gaat het in die boekrol. En over verdrukten gaat het. Zij die in het nauw worden gedreven. De verworpenen der aarde. Die gillende kinderen door gebombardeerde steden. Maar ook die vernederde vrouwen in de nog steeds uitstekend lopende pornoindustrie in Nederland. Dat land dat zo correct met vrouwen omgaat. Over degenen die het niet redden gaat het. Of je nu coke snuift op de Zuidas of een bijstandsmoeder bent in Schalkwijk. Die hele boekrol gaat over al die mensen die stilletjes wegkruipen. Die we niet horen schreeuwen. Maar die het eigenlijk misschien wel niet zeggen kunnen. Mislukte levens. Daarover gaat die boekrol. En als Jezus opstaat krijgt hij die woorden te lezen. Hardop. Die woorden van de aloude profeten worden in de mond gelegd van hem die zelf uitgekleed wordt en bespuwd en vermoord. Die woorden worden in de mond gelegd van iemand die zelf de diepste diepte ingaat. En daarmee komen die woorden tot leven. Ze blijven niet mooie naïeve utopieën. Maar worden vlees en bloed in de mond van deze Jezus. Hij leest deze woorden zoals hij ze zal leven. Het welkome jaar des Heren. Het gaat in die boekrol om een tijd waarin iedereen opnieuw mag beginnen. Iedereen gelijke kansen. Degene die te rijk is geworden deelt zijn vermogen met hem bij wie het eenvoudigweg niet gelukt is in het leven. En niet alleen de mensen mogen opnieuw beginnen maar ook de akkers. Het land. Het milieu. De dieren. Een nieuwe tijd breekt aan. Opnieuw beginnen. Daarvan wordt gedroomd bij de profeten. Dat het bij Jesaja ook om het oordeel, de wrake Gods gaat, slaat Jezus over, zo lijkt het. En als Jezus klaar is met de schriftlezing gaat hij zitten om te leren. Een heel kort preekje. Daar kan uw voorganger nog wat van leren. Heden is vervuld deze schrift in uw oren. Dat is wat Jezus zegt. Nee, het gaat bij Jesaja niet om historische wetenswaardigheden maar over woorden die vervuld worden in onze oren. Jezus komt om dat woord van die profeet in onze oren te vervullen. Opdat dat dat woord ook zijn werk gaat doen. Ons in het bloed gaat zitten. Onze natuur wordt. Voor de armen het evangelie, voor gevangenen en verdrukten bevrijding en voor blinden gezicht… Geweldig! Hoe mooi gepreekt! Dat doet toch maar weer even onze Jezus. Hij komt niet voor niets bij ons vandaan. Ja, hij is er eentje van ons. Door heel de wereld gaat het over Nazaret. Wereld beroemd. Onze democratie! Onze vrijheid. Jongens, wat hebben we het goed gedaan. De hele filosofie komt bij ons vandaan. De cultuur die wij hebben ontwikkeld. Goethe, Mozart, Schiller, Spinoza, Erasmus. Ze komen allemaal bij ons vandaan. En natuurlijk om te beginnen: Jezus. En de uitnodigingen na afloop van zijn preek zijn niet van de lucht. Wil Jezus vanmiddag niet even een potje komen golfen? Of misschien is het wel leuk om bij ons op die Sierlijke Kroon te komen? Of bij onze Rotary? Je komt immers hier vandaan. Maar dan wordt het stil. Want het gaat niet waar het over gaat. In de kerk gaat het niet waar het over zou moeten gaan. De woorden worden wel gelezen en gehoord, maar worden ze ook verstaan op hun portee? Op hun radicaliteit? Horen we wel wat hier gelezen wordt? Of zijn die woorden al zo vaak gehoord, dat je ze niet meer hoort? En dan komt Jezus met twee verhalen andere profetenboeken. Over Elia gaat het die alle hongerende weduwen van het eigen volk passeert en gaat naar dat ene vrouwtje dat helemaal geen lid is van onze kerk. Laat staan haar kerkelijke bijdrage heeft betaald. Daar gaat Elia als eerste naar toe. Naar die vrouw die helemaal niet gelooft in het verlossend verzoenwerk van de Heiland. Ze heeft er nog nooit van gehoord. En Elisa passeert alle melaatsen van het eigen volk en zorgt wel voor genezing van die schatrijke Syriër die ondergedompeld wordt in die vieze Jordaan. Wat doet Jezus nou? Het was zo'n geweldige sfeer in de kerk. Iedereen was blij. Vol verwondering. Hij heeft het goed gedaan. De juiste toon aangeslagen. En de kerk was vol. Iedereen tevreden. En dan komt hij met die verhalen. Wat wil hij nou? Wat wil hij nu eigenlijk zeggen? Wil hij misschien zeggen dat de bevrijding in de eerste plaats bedoeld is voor degenen die helemaal niet bij club horen? Wil die nou echt zeggen dat hij eerst naar die volstrekt gestoorde baardmannen wil op dat plein in Keulen? Die verkrachters? Die achter onze vrouwen aangaan? Wil hij dat zeggen? Schande! Wat is dit? Komt hij hier een beetje zijn nest bevuilen? Gaan we zo te werk? Ons een beetje de les lezen? En de stemming keert. En niet zo'n beetje ook. Zo gaat dat. De stemming slaat totaal om in die synagoge. Jezus sloeg dat zinnetje uit de profeet over die 'wrake Gods' over. En het lijkt wel of die nu op hem wordt uitgestort. Ze stonden op en wierpen hem de stad uit. Zo staat er. En ze voerden hem naar de berg waarop de stad gebouwd was. Om hem naar beneden te storten. Dit moet geëlimineerd. Deze kritische spiegel moet aan diggelen. Als hij niet zegt en doet wat wij willen en waar wij behoefte aan hebben. En als hij ons nota bene meent te moeten passeren omwille van die schurken… dan liever dood. Dit geluid moet uit. Deze interpretatie is niet welkom. Deze preek is niet waar we op zitten te wachten. Dit lijkt nergens op… Maar Jezus is al vertrokken. hij ging tussen hen door, zo staat er. Op de vlucht? Nee, op weg om ook voor deze woedende mensen het welkome Jaar des Heren mogelijk te maken. Want dat is het genadewoord ook voor vandaag. Jezus maakt geen onderscheid tussen gelovigen of ongelovigen. Dat zijn zijn categorieën niet. Waar hij het met zijn boekrol over heeft zijn degenen die met lege handen staan. De armen. In materiële en geestelijke zin. Zij die het eigenlijk niet meer weten. Zij die vol vragen zitten. Zij die aangevochten worden. Vanwege die uitslag van een onderzoek. Het plotselinge bericht van overlijden. Die burnout. Die depressie. Het hele verhaal van Jezus richt zich niet in de eerste plaats tot degenen die het allemaal zo zeker weten. Maar juist tot diegene die ook in ons zit. Die blinde die het soms helemaal niet meer ziet. Of de gevangene in ons, gevangen in denkbeelden die hem tot een onmens maken. Of gevangen in een leven dat hij misschien wel helemaal niet leven wil. Dat ziet de Messias. En hij neemt voor lief ons onvermogen. Hij gaat midden tussen ons door om een weg te banen waar wij geen weg meer zien. Opdat ook wij opstaan en nieuwe moed vatten in een wereld vol tegenstellingen. Zo wordt die schrift heden vervuld in onze oren.