Een buitengewoon geanimeerd gesprek
in Areopagus van Ad van Nieuwpoort
met Désanne van Brederode.
Het gesprek eindigde met haar favoriete tekst van
Dietrich Bonhoeffer:
Wie ben ik?
Wie ben ik? Ze zeggen me vaak:
je treedt uit je cel
rustig blij en zeker
als een burchtheer uit zijn slot.
Wie ben ik? Ze zeggen me vaak:
je spreekt met de bewakers
vrij rechtuit en vriendelijk
als was je hun heer.
Wie ben ik? Ze zeggen me ook:
je draagt je donkere dagen
evenwichtig en trots
als iemand die gewend is te overwinnen.
Ben ik werkelijk wat anderen van mij zeggen?
Of ben ik alleen wat ik weet van mijzelf:
onrustig vol heimwee, ziek als een gekooide vogel
snakkend naar lucht, als werd ik gewurgd
hongerend naar kleuren, naar bloemen en vogels
dorstend naar een woord, naar een mens dichtbij
trillend van woede om willekeur, om de geringste krenking
opgejaagd wachtend op iets groots
machteloos bang om vrienden in den vreemde
moe en te leeg om te bidden, te danken, te werken
murw en bereid om van alles afscheid te nemen?
Wie be ik? De één of de ander?
Ben ik nu de één en morgen de ander?
Ben ik beiden tegelijk? Voor mensen een huichelaar
en ben ik in mijzelf een verachtelijk huilende zwakkeling?
Lijkt wat nog in mij is op een verslagen leger
wanordelijk vluchtend na de verloren slag?
Wie ben ik? Ik ben de speelbal van mijn eenzaam vragen.
Wie ik ook ben, U kent mij, ik ben van U mijn God.